Auteur: Karl D’haveloose
Deze keer gaan we een heel andere toer op. Het is een zonnige, augustusdag (zowat 24 graden Celsius), het bouwverlof is voorbij en het verkeer rond Waregem zwelt aan tot zijn traditionele drukte. De enige remedie is gelaten meedobberen met de vrachtwagentrafiek over de verzadigde wegen rond Wielsbeke tot bij de parkings van Unilin, waar ik stipt verwacht word bij Ruben Desmet, CEO van Unilin Flooring.
Het wordt een prestigekwestie om Ruben binnen de afgesproken 60 minuten te interviewen. Dit is geen evidentie, gezien de load aan informatie die hij me parallel met een espresso aanbiedt.
Unilin Flooring is marktleider in klikvloeren in parket, laminaat en LVT (Quick Step, Pergo en Moduleo) die per pallet verkocht worden en is tevens marktleider in rollen vinyl (productie IVC Avelgem). Desmet benadrukt dat onderneming ‘de marktleider in marktaandeel, maar ook in opeenvolgende productinnovaties is. Het ene gaat niet zonder het andere in dergelijke competitieve markten.
“Wat in de jaren 90 met “uniclic” innovatief was, creëren we hier vandaag een cultuur waar productkenmerken en looks constant in vraag worden gesteld en die qua productperformance, installatiegemak, toepassing en design steeds verder moeten geperfectioneerd worden.”
Het landschap: competitief innoveren en productie lokaliseren
“Alle onderzoek en ontwikkeling, 100 man sterk, zit strategisch verankerd in België”, mag ik alvast van de gastheer noteren. “Unilin inspireert zich crossindustries, naar best beschikbare technologie om dingen anders, beter en duurzamer te maken. België blijft de innovatiehub omdat qua niveau opleiding van ingenieurs, maar ook de hoofdmoot van productie hier zit. Nieuwe technologiën en producten worden hier intern ontwikkeld. Daarna wordt met partners naar de juiste productietechnologie gezocht. Zodra we kunnen opschalen, worden de andere fabrieken, waaronder in Rusland, Noord- en Latijns-Amerika en Azië (Dalton Area, Brazilië en Maleisië) en in Europa (Roemenië en Polen) ook getuned. Bij iedere belangrijke afzetmarkt heeft Unilin zijn lokale footprint. In China en India wordt voorlopig enkel verkocht, maar niet geproduceerd.”
De vloerendivisie is wereldwijd goed voor 2.000 jobs in België en 2.000 medewerkers wereldwijd. Europa blijft een sterke pijler, maar in de toekomst zal de productie de markten lokaal volgen. Krapte op de arbeidsmarkt, loonkosten, regulering en energiekosten maken het moeilijk om Europa verder nog als fabriek voor ganse wereld te laten draaien. Ik pols bij Desmet even naar de Chinese markten en andere exoten. “Zwart Afrika is momenteel onontgonnen terrein. In China, waar de prijsdruk uitdagend is, speelt Unilin in heel specifieke niches waar Belgische premiumproducten de doorslag kunnen geven – vandaar dat daar niet direct lokale productie is – maar de wereldkaart kan morgen snel veranderen”, zegt Desmet met een knipoog.
“Binnen een aantal productengamma’s, zoals bij LVT, is de productie vooral in handen van Aziatische, lees Chinese spelers. Als je de competitieve pyramide doorlicht, staat Unilin eenzaam aan de top, 5 grote spelers zitten in het middelveld, en een honderdtal Aziatische producenten zitten in het heel lage prijssegment. Die onderste laag komt en gaat een beetje, maar ze werken heel kostprijsefficiënt, slagen er in om performante producten te maken met kleinere productielijnen en goedkopere lonen, maar op designniveau blijft het echt wel kwakkelen. Je kan het een beetje vergelijken met de Chinese autobouwers, heel veel modellen, heel competitieve prijzen, maar over design en smaak… cela se discute.”
Volgens Desmet zijn Oost-Europa, Zuidoost-Azië en Latijns-Amerika de landen met groeiende werkende bevolking en gemiddelde inkomens. Daar ligt vandaag de dag zeker de toekomstige groeiopportuniteit.
“Om competitief het verschil te maken, moeten we het niet spelen op lagere materiaalkost en lonen, dat werkt niet. Design- en materiaalinnovatie, gecombineerd met een hoge graad van automatisering en digitalisering van operations, is de essentiële cocktail om on top te blijven”, oppert de CEO.
Om technologisch het verschil te maken moet Unilin Flooring zelf haar productiemachines ontwikkelen. De laatste 10 procent van standaardmachines maakt het verschil, in co-creatie met strategische leveranciers. Je kan het een beetje vergelijken met de Nascar-aanpak in ons artikel met Signify (september 2024). De Capex en kennis wordt daardoor zo veeleisend volgens Desmet, dat nieuwkomers nog moeilijk deze slotgracht kunnen overzwemmen.
Over verregaande slimme batchproductie, upstream ketenintegratie en quick response manufacturing
We nemen met de CEO even een korte bocht naar wat onze lezers technologisch kan smaken. In welke mate vult Unilin Flooring als dominante marktleider haar positie als technologische frontrunner in?
“Waar Unilin alvast fier op mag zijn, is de AI-gedreven cameradetectie, overal binnen de productie van laminaat en vinyl, van slimme camera’s, die real-time alle persprocessen inspecteren en bijsturen. Het product moet de pers verlaten onder een aantal belangrijke parameters waaronder druk, temperatuur, positionering tegenover de matrijs,… Het systeem moet zichzelf automatisch trainen om zo weinig mogelijk uitval te kennen. Idee, concept en softwareloops zijn interne ontwikkelingen, die uiteraard met een aantal externe partners voor o.a. camera’s werden uitgerold. Snel reageren vereist voor bepaalde processen en machines data dichtbij de machine (on edge) met aangepaste protocols om nog sneller te reageren”, aldus Desmet.
“Een verdere vrij grote uitrol van IT is een sterk geautomatiseerde orderverwerking en gerobotiseerde orderpicking, zeg maar QRM, om met zo weinig mogelijk voorraden en zo weinig mogelijk personeel zo snel mogelijk on demand te produceren en te leveren. Highrunners, producten die veel gevraagd worden, zijn meestal voorradig bij de distributeur. Echter high-endproducten, zeg maar slow-runners, gaan in de exacte hoeveelheden, op aparte paletten, dagelijks richting verdeler over gans Europa. Het magazijn is zwaar geautomatiseerd met o.a AGV’s en kranen die paletten automatiseren 24/7”, vervolgt Desmet.
“Een derde belangrijke stap die Unilin moest nemen, is verregaande verticale integratie van een aantal kritische schakels in de toeleverketen. Van het houtafval waar we mee starten tot de ingrediënten en halffabrikaten voor de finale plank, moet de supply chain onder controle kunnen blijven. Sterke digitale samenwerking met bijvoorbeeld de leveranciers van de geprinte decorfilms laat ons toe om onder strikte protocols op hun machines werkorders van op afstand te programmeren of just in time aan te passen.
Jaren geleden zijn we net zoals zovele gedigitaliseerde fabrikanten tot de conclusie gekomen dat onze IT volgens het boekje beveiligd was, maar dat onze achterdeur, zeg maar OT en machines, open stonden. Windows en SAP bijvoorbeeld moeten aan beide kanten afgesloten zijn. Two-factorauthentication, privileged accesmanagement en het isoleren van bepaalde data uit het netwerk zijn nu al van doen. We hebben een roadmap over meerdere jaren om iedere mogelijke barrière voor cyberincidenten op te zetten.”
Pushing the boundaries to create better spaces
Desmet wordt onmiddellijk enthousiast als we het over werken bij Unilin hebben. “Mensen moeten begeesterd zijn van de drang om steeds verder de limieten van innovatie te verleggen, iedere dag, om morgen weeral die afstand met de concurrentie te vergroten. Of het nu om productie, productontwikkeling of customer experience gaat, alles kan altijd nog beter. Dat vereist ondernemerschap, passie en excelleren, maar ook respect op ieder niveau. Bovendien biedt het de mogelijkheid om ook op de werkvloer nieuwe methodieken en projecten uit te werken.”
“De enige reden waarom we in Europa blijven groeien, is omdat we in een omgeving met strenge milieuregelgeving, arbeidskrapte, hogere lonen, stijgende energiekosten en noem maar op, steeds weer die grenzen kunnen verleggen. Sommige producten en productietechnieken waar we nu mee bezig zijn, komen pas binnen 10 jaar op de markt. Ieder jaar worden hier meer dan 50 binnenhuisontwikkelde patenten gedeponeerd. Recentelijk investeerde de groep zo maar even 2.5 miljoen euro in het opleidings- en innovatiecentrum The Dive.
No Risk-No Fun
Desmet is een Kreeft anno 1979, vrij jong voor het leiderschap van dergelijke wereldspeler zou je kunnen denken. Ruben is studeerde burgerlijk ingenieur (in Leuven) en daarna nog een MBA in Oxford. Het ene staat voor cijfers, operations en productie-inzicht, het andere voor management-, strategische en marketingskills. Hij komt uit de Lano-stal waar meerdere andere C-levels hun eerste sporen verdienden en leidde daar alle fabrieken.
Op terugweg van late meetings verteert hij lange ritten op de gothrock van Nick Cave of duistere folk van Leonard Cohen: best altijd wat obscuurgetinte muziek dus, gekruid met wat melodrama voor een jonge veertiger. Verder kiest Desmet vooral voor kwaliteit met kinderen en mountainbiken met een vaste kliek ondernemers. Waar op het werk de grenzen iedere dag verlegd worden, draait het fietsen vooral om vrienden en ‘leute’ maken.
Ruben krijgt je thuis sneller aan tafel met vol-au-vent, versgebakken frietjes en zelfbereide mayo. Meer moet dat niet zijn voor deze West-Vlaming, die graag grenzen verlegt, nieuwe initiatieven opstart, ook al navigeer je dan mogelijk een tijdje door een dieprode oceaan.